· 

De 7 kapitalen van welvaart

Werken in de 21e eeuw

 

In het boek 'Werk in de 21e eeuw' (The Wealth of Humans) , van Ryan Avent, onderzoekt hij hoe de mogelijkheden om arbeid te verrichten er in de toekomst uit zouden kunnen zien. Wat Avent o.a. benoemd is dat:

  • De kansen op arbeid lijken te verminderen, door o.a. digitalisering, robotisering en globalisering
  • Het aantal mensen dat wil deelnemen aan de arbeidsmarkt nog steeds groeit
  • Dat de salarissen voor eenvoudig werk (licht geschoold) steeds verder dalen omdat het aanbod van werknemers groot is
  • dat voor arbeid waar veel kennis en ervaring voor nodig is, de salarissen juist extreem hoog worden
  • dat macht een grote rol speelt bij de verdeling van de baten van de groei van de welvaart
  • dat economische groei niet automatisch leidt tot meer banen

Zonder baan voel je niks van de welvaart

 

Avent kijkt in zijn boek vooral naar de massa, de werknemer die in loondienst of als zelfstandige werk verricht voor een bedrijf. De mogelijkheid om arbeid te kunnen verrichten en loon te ontvangen is de meest gebruikte manier om een eigen bestaan op te kunnen bouwen.  Avent vindt in zijn boek ook nog geen duidelijke oplossing hoe we wereldwijd zoveel mensen aan het werk kunnen houden.

 

In deze blog wilde ik eigenlijk schrijven over de zoektocht in zijn boek, maar ik miste een uitgangspunt. Avent schrijft wel uitgebreid over het belang van sociaal kapitaal voor de maatschappij en voor de bedrijven, dat triggerde mij. Samen scheppen we welvaart en toch weten we niet hoe we die welvaart bij alle mensen moeten krijgen. 

 

In deze blog ga ik kijken naar wat welvaart is en met welke middelen we welvaart opbouwen. Misschien dat er van daaruit andere mogelijkheden ontdekt kunnen worden waarmee grote groepen mensen op basis van onze welvaart toch een bestaan kunnen opbouwen.

 


Welvaart

 

Welvaart zoals Wikipedia dat benoemd gaat over de mate waarin de behoeften van de mensen kunnen worden ingevuld met de schaarse aanwezige middelen. Dit lijkt voor mij teveel gebonden aan een economisch perspectief, schaarste.

 

Het minste dat een mens moet bereiken is overleven, want ‘op je tandvlees leven’ is ook niks. Dus laten we zeggen dat een bestaan het minste is dat je als mens nodig hebt. Een bestaan wil dan zeggen dat je een manier hebt gevonden om voor jezelf te kunnen zorgen, met minimaal voedsel, kleding, huisvesting en wat vrije tijd om leuke dingen te doen.

 

Welvaart zou ik willen beschouwen als het welvaren dat je als mens ervaart in je bestaan. Je gevoel van welvaren gaat bijvoorbeeld omhoog als je veiligheid en vrijheid ervaart of als je luxe kunt toevoegen (meer vrije tijd, leuke dingen doen, mooie auto). Je kunt je daarmee ook  afvragen of er een maximum is aan het gevoel van welvaren dat je kunt bereiken?

 

Hoe bereik je meer welvaart

 

Ale je in vroeger tijden je eigen voedsel moest verbouwen, je eigen huis en kleding moest maken, enzovoort, dan had je geen ruimte om een luxe stoel uit te vinden, laat staan een computer. Om meer welvaart te creëren heeft de mens iets anders uitgevonden, de groep. De groep wordt in verschillende vormen toegepast maar de bekendste groepsvormen zijn; een dorp, een stad, een land, en op dit moment ook federaties als de VS en de EU.

 

In mijn blog over 'wat is een land', benoem ik de basis aspecten en de doelen van een land voor de groep en voor het individu. Dat zijn o.a. een hoger bestaansniveau, hogere welvaart en meer garantie op een bestaan. Die garantie op een bestaan is belangrijk, want het individu committeert zich aan de groep, maar hij wil daar iets voor terug.

 


Welvaartsgroei in de stad

 

Om een beeld te krijgen van hoe die welvaartsgroei dan tot stand komt volgt hieronder een kleine schets van de dynamiek van de stad.

 

Tijdens de industriële revolutie zijn steden sterk gegroeid. Wat daar gebeurde was dat de kennis gegroeid was door onderzoek, met die kennis (over stoomkracht) konden machines worden uitgevonden waarmee bedrijven op grote schaal producten konden maken. Bedrijven hebben werknemers nodig en vestigen zich dus in een bestaande stad, of er ontstaan steden rondom bedrijven. Daar waar veel mensen wonen ontstaan ook nieuwe mogelijkheden voor arbeid, zo komen er bakkers, slagers, kappers, aannemers, handelaren, toeleveringsbedrijven, etc.

 

Er ontstaat ook een sociaal netwerk waarin mensen gaan eisen dat er betere wegen komen, betere huizen,  betere riolering, brandweer en ziekenhuizen. Het stadsbestuur zal moeten groeien om al deze taken op zich te kunnen nemen. Ondertussen ontstaat onder de mensen protest tegen het inzetten van kinderen in de fabrieken, dus wordt kinderarbeid verboden en worden kinderen naar scholen gestuurd. Afgestudeerde kinderen maken het voor de bedrijven mogelijk om meer geavanceerde producten te maken, een betere financiële huishouding bij te houden en betere juridische contracten op te stellen.

 

Doordat het aantal potentiële klanten groeit zullen bedrijven zich steeds verder kunnen specialiseren, dat op zich zorgt weer voor een druk op universiteiten op de kennis te vergroten. Doordat de mensen dicht bij elkaar wonen ontstaan ook gemakkelijker politieke groepen waarin vrouwen gaan vechten voor stemrecht en het recht om te studeren.

 

Kapitalen

 

De stad als groepsvorm is een enorme aanjager voor de groei van verschillende kapitalen die samen voor welvaart zorgen. We zien hierboven de groei van het sociale kapitaal (mensen eisen verandering), het maatschappelijk kapitaal (de gemeente moet de stad opbouwen), het economisch kapitaal (bedrijvigheid) en het kennis kapitaal (scholing,  boeken, onderzoek). Het belangrijkste is de onderlinge samenhang van deze groei, het ene kapitaal kan niet groeien als het andere niet mee groeit.

 

Kapitaal benoem ik als is iets van waarde dat je weer kunt gebruiken om iets anders te doen of te maken en zo het totaal aan kapitaal te vergroten. De verschillende kapitalen die welvaart voortbrengen zijn: het sociale kapitaal, het maatschappelijke kapitaal, het economische kapitaal, het kennis kapitaal, het aards kapitaal, het persoonlijke kapitaal en het digitale kapitaal. Hieronder zal ik ze allemaal benoemen.


Sociaal kapitaal is het fundament

 

De manier waarop wij met elkaar omgaan en samenwerken is de basis van een land en de groei van de welvaart. De mens heeft bedacht dat het niet profijtelijk is om elkaar steeds ‘op de bek te slaan’ en elkaars bezittingen af te pakken, we hebben bedacht dat het meer oplevert als we dingen voor elkaar doen volgens het principe ‘voor wat, hoort wat’. Als je mijn blog over ‘baby’s weten niks – gelukkig maar’ leest, begrijp je dat dat eigenlijk best bijzonder is.

 

Sociaal kapitaal zou ik daarom willen benoemen als de waarde van de collectieve gedachten van een groep mensen, hun onderlinge gedrag en hun samenwerking. Als we dat goed doen, dan kunnen we als groep een groter voordeel halen dan dat we alleen kunnen bereiken.

 

Sociaal kapitaal neemt toe als een steeds grotere groep mensen bepaald gedrag normaal of juist abnormaal gaan vinden. Zo kun je de actuele LHBTI discussie over acceptatie van mensen met andere seksuele gevoelens zien als een proces om het sociale kapitaal te vergroten. Acceptatie van elkaar is een onderdeel van sociaal kapitaal.

 

Maatschappelijk kapitaal

 

Maatschappelijk kapitaal beschouw ik als de concrete dingen die mensen als groep maken om er samen voordeel van te hebben. Basis onderdelen van maatschappelijk kapitaal zijn bijvoorbeeld een overheidsapparaat, wetten, belastingen, wegen, scholen, vergunningen voor woning of bedrijven, etc.

 

Meestal wordt de term maatschappelijke voorzieningen gebruikt voor wat ik in deze blog  maatschappelijk kapitaal noem. Maar met de term ‘voorzieningen’ zetten we het weg als iets dat iemand anders moet regelen en wat er gewoon moet zijn. Hoe wij over voorzieningen denken zie je bijvoorbeeld terug in de opmerking ‘maar ik heb er recht op’ of het feit dat we wel de economische schade van files berekenen, maar niet de dagelijkse voordelen.

 

Maatschappelijk kapitaal ontstaat uit ons sociale en economisch kapitaal, de wil om samen te werken en bedrijvigheid te willen stimuleren.

 


Economisch kapitaal

 

Economisch kapitaal benoem ik als de totale bedrijvigheid van een groep (bijvoorbeeld een land). Die bedrijvigheid bestaat uit de bedrijven, de gebouwen, de machinerie, maar ook de processen binnen en tussen de bedrijven en de producten of diensten die het oplevert. Door die bedrijvigheid is er werk en kunnen we producten kopen die we zelf niet zouden kunnen maken en door specialisatie kunnen we ook steeds meer geavanceerdere producten maken.

 

Bedrijven floreren op maatschappelijk en sociaal kapitaal. Het maatschappij kapitaal regelt veiligheid om te opereren, regelt voorzieningen die bedrijven mogen bouwen (inkomsten) en gebruiken (inkomsten). Elk bedrijf kent een eigen sociale kapitaal dat er voor zorgt dat medewerkers samenwerken in het totaal van complexe bedrijfsprocessen.

 

Het belang van sociaal kapitaal verdwijnt niet bij verdere digitalisering van bedrijven, de digitalisering moet ook worden vormgegeven. Kijk maar eens naar de bedrijfsmodellen van Google en Spotify, die zijn expliciet gericht op gedrag en samenwerking van medewerkers die de digitalisering vormgeven.

 

Kennis kapitaal

 

Kennis kapitaal is alle kennis die we met elkaar opbouwen, vast weten te leggen en over weten te dragen. Het ontwikkelen van nieuwe kennis is een enorme uitdaging, maar het verspreiden van kennis is geen probleem, de mens heeft de unieke eigenschap om gemakkelijk kennis van een ander over te nemen. Denk maar aan het wiel, die hoeft maar één keer uitgevonden te worden. Door opgedane kennis vast te leggen en over te dragen in boeken, scholen, Wikipedia en YouTube kunnen we het kennis kapitaal steeds verder uitbreiden.

 

Kennis kapitaal gaat ook wel eens verloren, zo was het kennis in de Romeinse tijd best hoog, maar zijn er daarna toch enkele eeuwen voorbij gegaan waarin de mens dat kennis niveau niet heeft kunnen vasthouden en uitbuiten. De neergang van het sociale en maatschappelijke kapitaal betekende ook dat veel kennis kapitaal verloren ging.

 

Kennis kapitaal wordt opgebouwd door activiteiten in het sociale kapitaal, maatschappelijke kapitaal en economische kapitaal. We leren over samenwerkingsvormen, over geneeskunde, over het boren naar olie, noem maar op. Door de opgedane kennis in scholen en universiteiten aan elkaar over te dragen ontstaat weer nieuwe kennis die wordt teruggegeven aan de andere kapitalen.

 

Kennis kapitaal is hoog als er veel kennis over verschillende onderwerpen beschikbaar is, als zo veel mogelijk leden van de groep daar gebruik van kunnen maken en als er een doorontwikkeling van kennis is.

 


Aards kapitaal

 

Aards kapitaal is alles wat de aarde heeft voortgebracht en de mogelijkheid om dat nog steeds te doen. We gebruiken dit om te leven, zoals lucht, voedsel en water. We gebruiken dit om producten van te maken, vanuit ijzer, olie, etc. We gebruiken dit voor onze mentale gezondheid, kijken, beleven, wandelen en sporten in de buitenlucht. En we gebruiken het om kennis uit te halen, steeds meer weten engineers slimme uitvindingen van de natuur te waarderen en te kopiëren in slimme oplossingen voor de mens.

 

Als je de mens uit het aardse kapitaal weglaat, dan is het in staat zijn eigen kapitaal te vergroten, maar introduceer je de mens dan gebeuren er twee dingen. De mens is zelf aards kapitaal en versterkt het aards kapitaal enorm, maar de mens verbruikt en vernield ook heel veel aards kapitaal. De mens gebruikt het aards kapitaal op dit moment voornamelijk voor de groei van zijn economische kapitaal, maar aangezien het aards kapitaal eindig is, zal ook de economische groei eindig zijn.

 

Aards kapitaal is hoog als er veel diversiteit is in biologische levensvormen, als er veel verschillende soorten mineralen en elementen aanwezig zijn, als er een milieu is waarin wezens goed kunnen leven en als er beweging en circulariteit bestaat.

 

Persoonlijk kapitaal

 

Persoonlijk kapitaal is het kapitaal dat een persoon opbouwt en gebruikt om in zijn bestaan te kunnen voorzien. Hij verzorgt zijn lijf en zijn geest, maakt of koopt kleding, volgt een opleiding, oefent om ergens beter in te worden, sport of werk, spaart geld voor later. Daarnaast wordt het persoonlijke kapitaal versterkt door verbinding te maken met het sociale kapitaal (sociale connecties), met het maatschappelijke kapitaal (‘draagt bij aan’ of ‘maakt gebruik van’) en het economische kapitaal (een baan of eigen bedrijf).

 

Het persoonlijke kapitaal bestaat uit verschillende elementen en bepalen samen het persoonlijk gevoel van welvaren, de persoonlijke welvaart. Het toevoegen van alleen veel geld aan het persoonlijke kapitaal kan op een gegeven moment het persoonlijke welvaren niet meer verhogen. Je ziet daarom in de meer welvarende landen dat mensen op zoek gaan naar andere dingen om hun persoonlijk kapitaal te vergroten. Bijvoorbeeld met ervaringen (festivals, verre reizen), spiritualiteit (mindfullnes, yoga), lichaam (sport, dans) of zingeving (hulp aan anderen, milieu redden).

 

Het persoonlijke kapitaal is van één mens, het is moeilijk daar een landelijk kapitaal van te maken. Een optelling laat niet de grote verschillen in welvaart in een land zien. Een persoonlijk kapitaal zal vooral ook groot zijn als er een goede balans is tussen verschillende menselijke behoeftes.

 


Digitaal kapitaal

 

Naast de fysieke aanraakbare wereld heeft de mens ook een zelf gemaakte virtuele wereld geschapen. De mensheid kan nu sociaal, maatschappelijk, economisch en ook qua kennis al niet meer zonder het digitale kapitaal functioneren, of we zouden sterk in welvaart achteruit gaan.

Het digitale kapitaal benoem ik als onze mogelijkheid om op mondiale schaal razendsnel samen te werken en extreem veel informatie te delen en te verwerken.

 

Ik benoem het digitale kapitaal apart omdat het zo’n prominente rol heeft en verbonden is met alle andere kapitalen en dus niet toe te wijzen is aan één van deze. De toekomst zal uitwijzen hoe het digitale kapitaal geclaimd gaat worden, zoals ook het aardse en kennis kapitaal geclaimd is. Wordt het geclaimd door de sociale gemeenschap (zie bv. publicspaces), door de overheid of door de bedrijven. Deze claims zullen bepalen in hoeverre we als mens gebruik kunnen blijven maken van het digitale kapitaal voor onze persoonlijke welvaart.

 


Welvaart in de toekomst

 

Welvaart is iets wat je gezamenlijk opbouwt, maar wat ook een persoonlijke ervaring is.

De componenten die welvaart opbouwen zijn het sociale kapitaal, het maatschappelijk kapitaal, het economische kapitaal, het kennis kapitaal, het aards kapitaal en het digitale kapitaal. Die kapitalen zijn van elkaar afhankelijk en versterken elkaar. Alleen bij een goede balans is er een goed en algemeen gevoel van welvaren te bereiken.

 

Het doel van samenwerken is om meer welvaren voor alle leden van de groep te realiseren én voor elk lid van de groep een bestaansmogelijkheid. Avent richt zich op de vraag hoe we in de 21ste eeuw aan een baan kunnen komen. Ik zou de vraag willen aanpassen naar, ‘hoe richten we als mensheid in de 21ste eeuw het bestaan van een paar miljard mensen in'.

 

Een bestaan is het doel, werk is nu het middel.

 

Er is bijna niemand meer die nu nog zelf gaat jagen en groente verbouwen, kleding maken en zijn huis timmeren om in zijn bestaan te voorzien. Kan het zo zijn dat in de toekomst niemand meer een baan gebruikt om in zijn bestaan te voorzien? Als je dat als prikkelend uitgangspunt neemt en je kijkt naar de 7 kapitalen waarmee de mens zijn bestaan en zijn welvaart vormgeeft, dan kunnen we misschien tot nieuwe inzichten komen. We weten al dat nieuwe inzichten, dus nieuwe kennis, moeilijk is te realiseren, maar we weten ook dat als we die nieuwe kennis eenmaal hebben dat we die snel van elkaar kunnen leren.

 


Ons CBS en de kapitalen

 

Bij het maken van deze blog kwam ik op de site van het CBS een bericht tegen over 'brede welvaart'.

 

In dit bericht kun je zien dat onze overheid voor welvaartsgroei al veel breder aan het kijken is dan alleen naar de groei van het BBP (brute binnenlands product, een optelsom van de economische groei). Hierbij is een nieuwe EU standaard gebruikt die in 2018 in Nederland voor het eerst is uitgewerkt. Interessant zijn de aparte overzichten van kapitaal voor de toekomst en kapitaal effecten mondiaal.

 


Reactie schrijven

Commentaren: 0